Brief aan god

Lieve God,
U kent me vast nog wel. Bijna 40 jaar geleden is mijn naam in Uw handpalm gegrift, weet U nog? Ik spreek U wel vaker aan in mijn meditaties en gebeden. Al ben ik er niet altijd zeker van of U me hoort, omdat zo velen over heel de wereld dat doen, op wellicht hetzelfde moment als ik. Wat moet dat soms een enorme kakofonie voor U zijn?
Ik zit al een tijdje met een aantal vragen, daarom nu deze brief aan U.

Lieve God, als eerste, vind U dat ik weer een donorcodicil moet nemen? Of is het juist goed deze niet te hebben? Ik begrijp gewoon niet zo goed waarom die organen van de ene naar de andere mens verhuisd worden. Hebt U dit echt zo bedoeld, of kunnen we gewoon niet accepteren dat een mensenleven eindig is, voor de één veel eerder dan voor de ander? Want lieve God, heel veel mensen weten ook niet dat je na het krijgen van een nieuw hart of longen dagelijks een enorme bak aan kankerverwekkende pillen moet slikken. Dat je daarna alsnog dood gaat aan kanker, inclusief lijdensweg. Dat je de eerste dagen na een longtransplantatie het sputum ophoest wat nog toebehoort aan de vorige eigenaar van de longen. Of dat je als principieel vegetariër na dat 2e hands hart verslaafd raakt aan de kipnuggets van de Mc Donalds, omdat de 1e eigenaar dat ook was. Ben ik nu egoïstisch, of juist wijs, dat ik geen donorcodicil heb lieve God, en dus niet mee doe aan dit uitwisselingsproject?

Dan zit ik met het volgende; waarom hebt U eigenlijk mobieltjes laten uitvinden? Die telefoon met draaischijf was toch ook hartstikke leuk? En die hield je tenminste in het hier en nu, letterlijk door de draad. Want lieve God, ik hoor maar steeds hoe belangrijk het is om in het hier-en-nu te zijn. Maar hoe doe je dat, als je al dansend op de dansvloer staat te sms’en? Of op het terras of in de trein grotendeels op je mobiel zit te staren, in plaats van om je heen? Je daardoor prachtige momenten en mensen mist? Zou dat misschien de populariteit van datingsites verklaren lieve God, omdat iedereen met zijn mobieltje uitgaat en geen oog meer heeft voor de mensen om zich heen? Dat er daarom zoveel singles zijn, omdat velen een relatie hebben met hun mobiel? Feitelijk gezien is het dan wel weer beter een mobiel in te zetten om je leegtes mee op te vullen, dan een partner.
En áls ze dan al een partner hebben, dan gaat er meer tijd en aanraking naar de mobiel dan naar de partner. Ik denk zelfs dat velen langer zonder hun partner kunnen dan zonder hun mobiel, dat is toch wel een beetje raar lieve God? Ik zie ook heus wel het nut van een mobiel, maar dat zie ik ook van mijn afwasmachine en mijn 3-in-1 printer. En die gaan toch ook echt niet overal mee naar toe.

Dan tot slot lieve God, zing ik al bijna 40 jaar ‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde’. Hoelang denkt U dat U nog nodig hebt om de boel te vernieuwen? Ik wacht er al best een tijd op, en onze ouders nog langer. Onze grootouders hebben de hoop denk ik al bijna opgegeven dat het nog gaat gebeuren. Hebt U misschien ook 21 december 2012 in gedachten, net als de Maya’s? Dan schiet het op! Ik heb die dag al vrijgehouden in mijn agenda. U bent van harte welkom om er bij mij thuis een borrel op te drinken die dag. Hebt U nog mensen nodig voor het ‘nieuwe hemel en aarde comité’, om dat grote gebeuren mee voor te bereiden? Dan houd ik mij van harte aanbevolen. Misschien kunnen we dan onder andere afspreken dat we 21 december massaal onze mobieltjes uitzetten? Anders zouden we die enorme ommekeer nog kunnen missen!

Dag lieve God, ik verheug me op Uw antwoord. Staat mijn adres eigenlijk ook in Uw handpalm?

Brief aan God

Op reis!

Ja, en dan is het bijna zover… nog een paar nachtjes slapen en ik ga weer op reis!
En ik heb mezelf verwend. Ik ga dit keer naar een plaats die goddelijk is. Tenminste, dat denk (hoop?) ik. Met mijn blote voeten slenterend over de hagelwitte stranden, juttend naar datgene wat mijn aandacht trekt. Vanuit mijn hangmat eindeloos uitkijkend over de blauwe zee, die ritmisch danst op de wind. In stilte genieten van alle prachtige kleuren, geluiden, en mensen. Op de motor door het prachtige uitgestrekte landschap en de onontgonnen gebieden. In het vroege ochtendgloren de zon op zien komen, die vervolgens die dag weer met me mee zal reizen. Gewoonweg genieten van dat wat is, al mijn zintuigen laten spelen als een kind in een te grote speeltuin.
Ik reis weer alleen. Reisgenoten passeren altijd als vanzelf.
Al jaloers aan het worden, en nieuwsgierig naar mijn reisbestemming?

Nee, geen India, Nepal of Laos. Überhaupt geen Azië dit keer. Ik zoek het eens wat dichter bij huis, gewoon Europa. België, om precies te zijn, naar Dilsen-Stokkem.
En nee, daar is geen strand inderdaad. Ook geen onontgonnen gebied waar ik heerlijk op een knetterende motor doorheen kan. Oké, ik heb misschien een klein beetje overdreven…
Maar na 10 dagen Vipassana-meditatie voelt de lotushouding met enige verbeelding een beetje aan als een hangmat misschien. 10 dagen lang sta ik fors eerder op dan de zon, om vervolgens de hele dag op reis te mogen in mijn eigen binnenwereld. Mijn reisgenoten zijn de vele innerlijke stemmen die me wellicht te pas en te onpas zullen vergezellen. Mijn Vipassana-reisgenoten mogen niet tegen me praten, en omgekeerd. Koetjes en kalfjes zal ik niet tegenkomen in België. In plaats van de ogen naar buiten gaan ze deze reis naar binnen. Misschien is mijn binnenwereld écht veel mooier dan dat ik ooit heb durven dromen.

Kaarten verstuur ik vanuit mijn hart. Er mag namelijk geen pen en papier mee. Nog geen mp3, boek, telefoon of iets lekkers mag er mee. Alleen voldoende schone onderbroeken. En lef. Dit laatste staat nergens vermeld overigens, maar dat schat ik zelf zo in.
Velen zullen me voor gek verklaren. En ja, misschien word ik zo gek als een deur. Want wanneer hou je nou 10 dagen lang je mond, zittend op een kussen?! Kunnen jullie me straks bezoeken in een psychiatrisch ziekenhuis, als ik me teveel heb ingelaten met al mijn kritische en angstige reisgenoten. Kom vooral langs zou ik zeggen. Ik hou van chocolade, dus schroom niet om dat mee te nemen. En boeken, wijze boeken. En liefde. En neem me dan tijdens mijn eerste verlof vooral mee voor een ‘normaal’ uitje.

Winterblues

Winterblues

De winter heerst momenteel over Nederland, en dat terwijl het nog herfst is. Sneeuwvlokken breien een wit sprei over de aarde. Sleetjes en sneeuwpoppen versieren het straatbeeld. Winterpenen, voor zowel neuzen als hutspotten, zijn niet aan te slepen. En in Friesland is er nog maar één gedachte: de Elfstedentocht. Maar vorst en sneeuw samen geven enorme rotzooi op het water, dus die Friezen kunnen voorlopig nog even oefenen met klunen.

De winter, ik hou ervan. Kacheltje flink omhoog en pantoffels plus drie paar sokken aan, want mijn oude huisje kent vele tochtgaatjes. Kaarsjes die mijn huis en hart verlichten.
En toch, winter in combinatie met de maand december geeft ook onrust. Zeker als je single bent. Het sinterklaasfeest kun je nog prima aan je voorbij laten gaan. Ofwel, gewoon enorm genieten van (chocolade)kruidnoten, schuimpjes en chocolade letters, ook om wat lijfelijke winterbanden aan te leggen. Maar aan wie bied je jezelf dit jaar weer aan met de kerstdagen? Of wat te doen met Oud en nieuw? Gewoon maar vroeg met je kop onder het dekbed zodat je die knallers, ontploffende champagneflessen en gezelligheid op straat niet hoort? Het is toch te bizar voor woorden dat het iedere dag van het jaar prima zou zijn om alleen in huis te vertoeven, maar dat uitgerekend met kerst en oud en nieuw de eenzaamheid je enorm strak omhelst?
Een vriendin van me, single, vroeg zich af of we de maand december niet gewoon kunnen schrappen uit de jaarkalender. Een sterk idee van haar. Het zou ook echt een heel aantal 1-persoons zelfmoordaanslagen schelen bij mij op de IC (lees: jezelf naar beneden laten vallen van 10 hoog, of met grote snelheid bewust een boom raken). Of er met het vallen van de bladeren ook de zekering in je hoofd uiteenspat, die de stroom voorziet naar gedachten aan weer betere en blije momenten in de toekomst.

Single zijn in de decembermaand. Dat moeten er zo’n 2,2 miljoen zijn volgens de statistieken. Dan moet het toch mogelijk zijn elkaar deze maand door te helpen? Een soort van lotgenotengevoel te creëren? Is het dan misschien een idee dat we als singles (lees ook alleenstaanden) elkaar deze maand een kaartje sturen? Kaartjes die buiten de ‘onpersoonlijke doch goed bedoelde kerstkaartjes met alleen een naam erop’ vallen. Zo’n geschreven kaartje op de deurmat is toch hartstikke leuk, het geeft even een hart onder de riem. Doen?!
Nu is het alleen nog even de vraag wat te doen met de eenzamen die in een relatie zitten. Misschien moeten die gewoon hun partner weer eens een lief kaartje of een liefdesbrief sturen, zoals ze ooit vast ook gedaan hebben.

Goh, ik ben benieuwd. Een verrassende decembermaand gewenst!

40 dagen zonder..

Zonder alles eigenlijk, dus ook zonder seks ja.
40 dagen zonder kicks, pimps en andere opvulling van leegte.
Geïnspireerd door Tijn Touber, die het boek (Spoed)cursus Verlichting heeft geschreven. Daarin beschrijft hij onder andere hoe hij dit een maand heeft gedaan. Klein verschil is dat zijn maand uitgelopen is tot 14 jaar. Wees gerust, ik heb het echt bij die 40 dagen gehouden.
Een vastentijd, een tijd van bezinning, van naar binnen keren. Me bewust worden van hoe ik leegtes vul en wegloop voor pijnlijke gevoelens. Ik ben nieuwsgierig naar hoe goed ik nu echt met mezelf kan zijn, als ik niet opvul of afleid. Hoe leuk vind ik mezelf eigenlijk? Als ik het stiekem soms saai, ongezellig en niet leuk vind alleen, in hoeverre vind ik mezelf dan eigenlijk ook saai, ongezellig en niet leuk..?
Ben ik in staat om gewoon te zíjn, zonder iets te doen? En dat valt niet mee in een maatschappij waarin human beings human doings geworden zijn..
Eigenlijk zijn we met zo velen vluchteling in eigen leven, en asielzoekers in andermans leven wegens grote onveiligheid bij onszelf. In dit kader zou Geert Wilders een fantastische guru zijn, wanneer hij spreekt over buitenlandse parasieten die terug moeten naar eigen land (terug naar eigen leven dan in dit geval). En ja, dat levert dan weerstand op, en angst, net als in de politiek.

Op de eerste dag van deze 40 dagen verschijnt de volgende tekst op mijn WC-kalender met Boeddhistische wijsheden; ‘naar buiten gericht ontwikkelt de blik het denken, naar binnen gericht het inzicht.’ De reis naar binnen (ofwel terug naar huis?) is begonnen!
De netto winst is kort samengevat een goddelijk lichaam en een goddelijke geest, als je even geen chocola, andere foute suikers, alcohol, koffie, cola, internet (nou ja, zo min mogelijk en puur functioneel), TV/DVD, minimale sms, onnodige aankopen, seks en alles wat er naar neigt, nuttigt. En daarnaast veel in stilte vertoeft (geen radio aan, of soms een beetje klassiek of van die kabbelende beekjes en fluitende vogeltjes muziek) en de afspraak met mezelf twee keer per dag twintig minuten te mediteren.
Mezelf eens flink onder ogen gekomen (aaaaiii…), misschien wel voor het eerst eens écht. Geen uitvluchten meer, geen afleidingen. Een mooie, fascinerende weg, maar niet een gemakkelijke (je bent gewaarschuwd, mocht ik je misschien toch enthousiast maken!).

Ik heb regelmatig een kopje kruidenthee gedronken met mijn eenzaamheid en mijn leegte. De vele variaties aan pijn die ik als kind heb ervaren komen allemaal langs. Ik ben echt voor ze gaan zitten. Moeilijk om met deze gevoelens te zijn, deze recht in de ogen aan te kijken zonder bang te worden of vol te lopen met tranen (als het nou toch eens echt een slang is..? Maar nee, steeds bleek het weer om een touw te gaan). Ze willen gehoord worden, en gezien. En zolang ik ze geen aandacht geef of ervoor wegloop, blijven ze jengelen. Net als kinderen, als je even écht tijd en aandacht voor ze maakt, dan worden ze rustig (nou ja, meestal dan). Je rent toch ook niet weg wanneer je kind huilt. Die pak je op, neem je in je armen, die bied je veiligheid en troost.
Zijn met wat is, gewoon zíjn, simpeler kan het eigenlijk gewoon niet. En toch is dat misschien wel het moeilijkste wat er is.
Wat kun je dan vastzitten in je eigen verhaal en overtuigingen. Dat doet me denken aan die fotoviewers die we vroeger hadden, ken je die nog? Steeds dezelfde plaatjes bekeek je ermee. En ik besef dat die plaatjes hoognodig toe zijn aan vervanging.

Mocht je al ontmoedigd raken door bovenstaande, dan komt nu het enorm leuke: waar ik anders enorm veel tijd tekort kwam, heb ik nu ineens zeeën van tijd over (en geld ook trouwens, maar dit terzijde), wat een zaligheid! Ik ervaar een kompleet andere invulling van tijd dan wat ik tot voor kort gewend was. Zodra ik was opgestaan werd de computer al opgestart. Vanalles moest er dan gecheckt worden, mijn mail, hyves, facebook, wie is er vrienden geworden met wie, ‘goh, kent zij haar ook? Wat is de wereld toch klein’, wat doet iedereen vandaag en heb ik zelf nog wat te melden op die sites dat mensen vooral weten dat ik een leuk leven heb?, nog even chatten en en zo was ik soms zomaar 2 uur verder. Nog steeds niet gedoucht, pyjama nog aan, sportkleding die klaarlag, maar god, het was eigenlijk ook alweer te laat om te gaan, er moest ook nog gewerkt worden.. Menigmaal schoot mediteren, schoonmaken en het piano oefenen erbij in, écht geen tijd voor gehad. Ammehoela dus.
Internet is dus vanaf dag één niet meer opgestart ’s ochtends. Opstaan, ontbijten, douchen, mediteren, pianospelen, sporten en dan nog steeds een zee van tijd over. Lopend naar de winkel in plaats van op de fiets, en dan ontdek ik ineens een bramenstruik met rijpe bramen om de hoek van de straat die ik nog nooit eerder heb gezien.
En al lopend denk ik aan het hoofdstuk uit het boek ‘De Kleine Prins’:
‘Goedendag’, zei de kleine prins. ‘Goedendag’, zei de koopman. Hij verkocht uitstekende dorstlessende pillen. Men slikt ze eens in de week en voelt nooit meer de behoefte om te drinken. ‘Waarom verkoop je die?’, vroeg het prinsje. ‘Het is een goede tijdbesparing’, zei de koopman. De geleerden hebben het uitgerekend. Je bespaart drieënvijftig minuten in de week. ‘En wat doe je dan met die drieënvijftig minuten?’. ‘Daar doe je mee wat je wilt..’. ‘Als ik drieënvijftig minuten over had’, dacht het prinsje bij zichzelf, ‘dan liep ik heel rustig naar een bron..’

Folders gaan gelijk in de vuilnisbak, ik zou eens iets écht nodig kunnen hebben. De stad is even een no-go-area. Ik heb weer tijd voor geschreven brieven en kaarten, in plaats van getypt via de mail. Ik moet mijn maximum van een half uur internet per dag natuurlijk goed benutten. Ik geniet van het schrijven, wat heb ik eigenlijk een leuk handschrift! En met veel meer aandacht ben ik zo met die ander bezig, dan wanneer ik een mailtje afraffel.
Geen koekje bij de koffie (saai!), geen chocola als ik moe ben of ongesteld moet worden (kan geen rijstecrackers meer zien). Van de heerlijke koffiegeur ga ik zo ongeveer kwijlen.
Gaypride zonder alcohol, ook een wat andere ervaring. Ja, het is discutabel of een Gaypride past in zo’n 40 dagen project. Maar goed, om het goed te praten bedacht ik me dat ik als Boeddha op de berg zou kunnen blijven zitten, maar dat het uiteindelijk toch gaat om mijn dagelijkse leven en alle prikkels en verleidingen daarin. En tuurlijk, dan loop ik op de Gaypride de mooiste vrouw tegen het lijf, ‘love is in the air’, op het punt van zoenen staan, ideeën over een romantische nacht hebben samen, en toch onverrichte zaken weer naar huis gaan.
Niet ieder verlangen hoeft als een dolle stier achterna gerend en bevredigd te worden, ik voel nieuwsgierigheid naar de onrust die het geeft om eens níet tot actie over te gaan (van welke aard die actie dan ook is die ik in mijn hoofd heb gehaald). Jajaja, en tegelijkertijd sla ik me op dat moment van de Gaypride natuurlijk tegen mijn kop van zo’n 40-dagen-project!

Tjonge, wat heb ik ook een hoop meer energie. Ik slaap veel beter, en als ik al wakker lig dan is dat omdat ik echt geen slaap heb en vol zit met ideeën. Zo rolt menig gedicht eruit (mijn ego maakt een sprongetje nu, misschien komt er toch nog eens een gedichtenbundel van mij op de markt..?).
Zo heb ik een paar domeinnamen geregistreerd voor mijn toekomstige praktijk.
Ondertussen besef ik me waar ik allemaal zo moe van word.. al die zinloze prikkels die ik tot me neem door o.a. internet en TV. Door allerlei andere opvullingen die niet voedend zijn of uiteindelijk nergens toe leiden, behalve tot verder van mezelf wegraken. Vluchteling in eigen leven..

Mijn dagelijkse (aandacht)meditatie heeft me enorm geïnspireerd. Ik word steeds meer de toeschouwer van mijn eigen interne soap, in plaats van medespeler, verwikkeld in allerlei dramatische scènes.
Ik ben ook geïnspireerd door de mooie gesprekken die deze tijd me hebben opgeleverd, met vrienden, collega’s en (on)bekenden. De herkenning. De onrust en vluchtigheid van de maatschappij waarin een ieder zich voelt meegezogen. Geleefd worden, in plaats van te leven. Zelf aan het stuur willen zitten, in plaats van willoos op de achterbank rondgereden te worden. Slaaf te zijn van al je verlangens en begeerten, en je angsten en onzekerheden.

Als afsluiting van deze innerlijke reis vertrek ik voor de laatste vier dagen naar klooster Lilbosch in Limburg. Een mooie afsluiting. Broeder Johan Baptist, die me nog herkent van eerdere verblijven, komt me zwaaiend met de armen in de lucht vanuit het veld tegemoet lopen. Broeder Johannes, de gastenbroeder, die ik altijd een klein beetje loop te plagen, en die mijn hart dan opent met zijn gulle schaterlach. De vele varkens, behorend bij het klooster, ravotten nog steeds in de drek, een prachtig schouwspel. Al wandelend in de natuur eten van bramen, vlierbessen, en ineens die wijnrank met druiven ontdekken. Dat is geluk hebben.
De eenvoud van het kloosterleven, less is more, dat weten de kloosterlingen als geen ander. Ik heb er de afgelopen 40 dagen ook van geproefd en ik besef: less is inderdaad more.

Mijn ego vindt het overigens maar een stom project. Een mislukt project ook. Want ik heb toch een keer een beetje chocoladepasta op mijn boterham gedaan.. en toch ook af en toe Snelle Jelle’s gegeten als ik duizelig werd van te weinig suiker. Ik heb soms toch ook ge-sms’t terwijl dit niet echt nodig was.
En daarbij, ik voel me nog steeds soms eenzaam of verdrietig of boos, terwijl het toch een oase van rust in me zou moeten zijn na zo’n periode? Een mislukte actie dus, vooral overnieuw beginnen. En dan beter mijn best doen.
Ik laat dat ego maar weer razen, beseffende dat geluk niet een immer durend gevoel is. Net zoals pijn of angst geen immer durend gevoel is. Alles komt en gaat. ‘Goede tijden, slechte tijden’ duurt uiteindelijk dagelijks ook maar een half uurtje.
Waar het om gaat is het gouden randje om de dag. En iedere dag heeft zo’n gouden randje (vaak zelfs meer dan één!), ook al is je dag voor je gevoel nog zo saai of leeg, let maar op.
Wat was die van jou vandaag?

Praatjesmakers

Zittende op het terras wordt mijn blik gevangen door een man in een Porsche die zó tergend langzaam voorbij rijdt, ondertussen drukdoende blikken te vangen van de mensen op het terras, dat het gewoon gênant is. Wat moet er met deze prachtige Porsche wel niet allemaal aan leegtes en laag eigenwaarde worden gecompenseerd, vraag ik me af.
Nadat ik vandaag tijdens de crosstraining bij de FitnessFirst het programma ‘Praatjesmakers’ kijk, een programma waarbij prachtige gesprekken met kinderen van 4 tot 7 jaar worden gevoerd, wordt me ineens duidelijk hoe het bij die man (lees kind van ongeveer 47 jaar) met die Porsche wellicht moet werken.

Een meisje vertelt hoe graag zij een bekende Nederlander wil worden. ‘Dan vinden kinderen het leuk als ze me zien, dan gaan ze juichen, dan wil iedereen vrienden met me worden’.
Mijn gedachten gaan terug naar toen ik kind was. God ja, dat heb ik toen ook vaak bedacht. Als ik nu maar iets héél goed kan, of als ik bekend word, dan ben ik populair en krijg ik veel aandacht. Dan word ik niet meer als laatste gekozen met gymnastiek, maar als eerste. Dan heb ik met het knapste jongetje verkering (toen kende ik het woord lesbisch nog niet), dan hangt iedereen aan mijn lippen (met enig geduld weliswaar, ik stotterde in die tijd).
Blijkbaar wordt daar dan ontstaansrecht aan ontleend, je bént iemand, je krijgt erkenning, je hoort erbij. Het ego draait weer enorme overuren.
Helaas gaat er bij de meesten vroegtijdig al flink wat mis, schieten liefde, aandacht en erkenning op essentiële momenten tekort en ervaren we pijn. En die pijn is helemaal niet zo leuk, het ego loopt zijn eerste scheuren en gaten op en het zet vervolgens allerlei mechanismen in werking om die pijn nooit meer op die manier te voelen.

En dan is dat grote kind in die Porsche een prachtig voorbeeld van hoe we als volwassen nog steeds ergens stiekem de leukste en de beste willen zijn, hoe we nog steeds zoeken naar liefde, aandacht en erkenning. Om iemand te zijn, en om niet geconfronteerd te worden met de leegte in onszelf, kopen we een dure auto of motor (ja hoor, ik pronk ook met die van mij, al maakt het me vervolgens weer niet zoveel uit als iedereen mijn dubbele vierkante uitlaat wat sneu vindt, ik vind ‘m gewéldig!), maken we carrière, zoeken we een leuke partner en willen we niets liever dan er helemaal bij horen.

Sinds een tijdje vraag ik me af of dat ook de populariteit maakt van Hyves, Facebook en Twitter. Wat maakt dat zo veel mensen de behoefte hebben hun hele leven in woord en beeld daarop bloot te leggen, te delen met vrienden, kennissen en (on)bekenden?
Heeft dat misschien ook te maken met de angst van het ego niemand te zijn..?
Als niemand zou lezen wat er gehyved, gefacebooked of getwitterd wordt, dan zou ook niemand bedenken aan iedereen te laten weten dat je een té gek feest hebt gehad, dat je een nieuwe bank, poes of auto hebt (inclusief foto’s), of sinds een week een nieuwe relatie (en vooral ook met wie), toch? Voor jezelf doe je het dus niet, daar heb je namelijk een ‘lief dagboek’ voor.
Prachtige momenten die iedereen digitaal wil delen, met daarachter soms een enorm gapend gat van leegte en behoeftigheid. Niets is wat het lijkt..

En laat ik eerlijk zijn, tot voor kort deed ik er ook af en toe aan mee. En als ik mezelf dan eerlijk vraag waarom ik de behoefte voelde om mede te delen dat ik die ochtend nog in Parijs liep (inclusief foto van de Notre Dame) en diezelfde middag weer in m’n zusterspakje op de IC, tja.. dan kan ik niets anders verzinnen dan toch even te willen delen wat voor een ontzettend leuk leven ik heb (men zou toch eens anders kunnen denken..!!)

Op zich is er helemaal niets mis met dingen digitaal te willen delen overigens. Soms is het ook écht leuk, grappig of handig wat je op die sites leest of ziet. ‘Life is for sharing’, zoals T-mobile verkondigt, en dat is helemaal waar. Maar er zit een verschil tussen willen sharen vanuit behoeftigheid of een schreeuw om aandacht, of vanuit oprecht iets willen delen. En als je oprecht iets wilt delen, is het dan toch niet veel leuker om de telefoon te pakken, of op je fietsje te stappen naar die goeie vriend(in) toe, om het live te delen?

Maar goed, dat gedeukte ego, wat hunkert naar bestaansrecht, dat hebben we nu eenmaal. En de Porsche-dealer is er blij mee!
En dat ego hoeft ook helemaal niet weg, het hoeft niet dood, we hoeven er alleen maar vrienden mee te worden. En laten we dan die vriend(in) gewoon koesteren, naar hem of haar luisteren, het liefdevolle aandacht geven. Wie weet ontstaat er een verrassend gesprek. Dat scheelt dan misschien een hoop leegte-opvulling, en praatjesmakerij op internet.

Momenteel zit ik in een 40-dagen-zonder-enige-opvulling-van-leegte, om dat gapende, angstaanjagende gat eens van dichtbij te bekijken en er een lichtje (nou, zeg maar gerust lamp, als je ineens zoveel tijd over hebt) in te laten schijnen.
Als het nou toch écht zo is dat die slang, als ik met aandacht kijk, gewoon een touw blijkt te zijn, dan is dat toch een giller?!

..‘En terwijl iedereen voortploetert en zijn onverzadigbare lust naar macht en roem probeert te bevredigen lig ik hier in de schaduw van een boom te zingen’.. (Fray Luis de León)

Ik ben moeder!

Dat is even schrikken hé, die aanhef, maar… ik ben alweer een tijdje moeder! Wat een grote verrassing, of niet dan?!
Ik heb er niet eens negen maanden voor hoeven kotsen of zwoegen, geen zwangerschapsyoga, ik ben ook niet onbevlekt ontvangen, of ineens hetero geworden, ik heb er niks voor uit een armzalig land hoeven halen (alhoewel, dit laatste misschien een heel klein beetje..).
Wat zeg ik, 1 kind? Zelfs 2! De ene ken ik al zo’n 3,5 jaar, de ander nog maar slechts een dik half jaar.
Nun is 16 en Eline is 3,5, beide van een andere vader overigens.
Ze weten daarbij van elkaar ook niet dat ze nog een broer c.q. zusje hebben, bedenk ik me nu. Het is een ietwat bijzondere gezinssamenstelling. Maar ik hou van apart.

Eline heeft net iets roder haar als dat ik vroeger peentjeskleurig haar had, en zij heeft een half jaar geleden bedacht dat ik haar ‘andere mama’ ben, naast haar ‘echte mama’.
En het takenpakket van de andere mama ziet er anders uit dan die van de echte mama. Als bijvoorbeeld de billen afgeveegd moeten worden dan wordt de andere mama geroepen, heel apart.
Toen ze een tijd terug bij me logeerde en iets te lang tussen de klapdeuren van de supermarkt bleef staan omdat het daar zo lekker warm waaide (en het buiten wat koud was) en de deuren zich sloten met Eline er nog tussen, toen zei ze huilend dat ze naar haar echte mama wilde.
Ik heb mijn takenpakket nog niet helemaal helder, maar geniet absoluut van het moederschap.

Nun is donker getint, en woonde tot voor kort in Laos in een klooster. Echt, ik heb me serieus nooit beseft dat je zo gemakkelijk ‘mother’ wordt, het enige wat ik ervoor doe is zijn studie in Laos financieren. Je zou bijna denken dat je dus kinderen ‘kunt kopen’. En eigenlijk is dat dus ook gewoon zo.
Niet in die zin dat ik ‘m heb gekocht (lees: geadopteerd) want ik vind ook dat je een kind niet zomaar uit z’n cultuur moet plukken. En in het klooster heeft hij wellicht meer dingen geleerd die er écht toe doen, dan wat hij zou hebben geleerd in onze Nederlandse consumptiemaatschappij.
We mailen regelmatig. Met weinig inspanning een groot resultaat als moeder zijnde. Dat betekent misschien ook dat het zo moet zijn. Als iets me heel veel (téveel) moeite kost, dan vraag ik me altijd af of het dan wel mijn pad is?

Toch, ik heb ook heel veel respect gekregen voor ‘echte mama’s’. Ik begrijp eigenlijk niet zo goed hoe ze het volhouden, om echte mama te zijn.
Het begint ’s ochtends al heel vroeg. Die vroegte los je als andere mama op met een leuk DVD’tje van Calimero. Daarna het ontbijt. Dan moet er gevingerverft worden. Dan in bad, want de vingerverf is niet beperkt gebleven tot alleen de vingers (lege glazen groentepotten en pollepels doen goede dienst, bij gebrek aan keurige badeentjes enzo), dan naar de speeltuin, dan boekje lezen, en dan…vraag ik me af of het al bijna weer bedtijd is, want ik ben kapót, maar…. dan is het pas 10 uur in de ochtend!!!!

Dan besef ik me ook weer waarom ik geen wens heb om ‘echte mama’ te worden. Het is mij echt te intensief. En áls ik het dan misschien al wel zou willen, dan is het omdat mijn ego zo graag wat na wil laten op deze aarde. Dat kan dus een kind zijn, of een boek, bekend worden als columniste, of wat dan ook. Mijn ego is als de dood dat ik er totaal niet toe doe hier op aarde, of vergeten ben zodra ik het loodje leg. Er moet iets nuttigs gedaan worden hier, zodat er nog héél lang aan me gedacht wordt!!!
Mijn ziel neemt af en toe (lees: regelmatig) de tijd om mijn ego gerust te stellen. Dan zitten ze samen op de bank, onder het genot van een kopje thee, en vertelt mijn ziel dat alleen al hier op aarde te zijn, het voorrecht te hebben om als mens op aarde te mogen leven, dat dát al genoeg nut is. Gewoon ZIJN. En dan ontvouwd het leven zich als vanzelf, natuurlijk en moeiteloos.
Dan is het niet meer belangrijk of iets nuttig is of niet, dan is er geen goed of fout meer, mooi of lelijk, maar dan IS het.
En natuurlijk komt het ego dan in opstand, want zó eenvoudig kan het niet zijn. Maar zo eenvoudig is het wél..!
Eigenlijk is het lef hebben om nutteloos te durven zijn. Niks te doen, de leegte niet op te vullen.

Als een kind, onbevangen en verwonderd, open voor alles wat voorbij komt, hier en nu. De vogel die me wakker zingt, de onbekende die naar me glimlacht, de klaproos die naar me zwaait vanuit de berm.

Wat heerlijk toch, die kinderen om me heen!! Ze zijn mijn leermeester.
Al vervang ik Calimero de volgende keer voor Pippi Langkous. Met ‘zij zijn groot en ik is klein en dat is niet eerlijk’ begint het gedonder al, onder die halve eierdop heeft het ego zijn bestaansrecht al gevonden..

Minnaar, Monnik of Rebel

Op de voorzijde van de één na laatste Happinez pronkt te titel: ‘Jezus, minnaar, monnik en rebel’, welke maakt dat ik de Happinez niet kan laten liggen, wat een geweldige omschrijving!
Ineens weet ik waarom Jezus al jaren een goede vriend van me is, waarom hij groots in een nis op mijn slaapkamer pronkt, waarom ik gefascineerd ben door zijn levensverhalen en zijn wijsheid, waarom ik hem op dit moment met verf probeer vast te leggen op doek…
We lijken op elkaar!!
‘Linda, minnares, monnik en rebel’, dat ik daar zelf niet op ben gekomen. Prachtig!

Als ik het boek ‘Maria en de Schijnheiligen’, van Karel en Caroline van Huffelen moet geloven, dan
was Jezus de minnaar van Maria, en nog veel meer dan dat (er wordt zelfs over een heilig huwelijk, over tweelingzielen en over een tantrische relatie gesproken, geweldig). Eindelijk eens een andere visie op de maagdelijke Jezus en Maria, een einde op het taboe sexualiteit, moet ik een soort van glimlachen om het ‘grappige’ doch ongeloofwaardige verhaal dat Maria onbevlekt ontvangen zou zijn.
Jezus als monnik,niet levend binnen de kloostermuren, maar midden in het leven staand en toch heel dichtbij God.
Een rebel.. Hij ging zijn eigen gang, Hij volgde zijn hart en deed de dingen waar van Hij dacht dat ze juist waren, wat men ook van hem vond of over hem zei, soms dwars tegen de bestaande orde in.
Wetende dat God altijd aan zijn zijde stond.
Vertrouwen en kracht straalde Hij uit, authentiek was Hij.

Linda, minnares, monnik en rebel.
Ik zie jullie al klaarzitten voor de smeuïge verhalen bij het lezen van het woord minnares.
Maar dan ga ik jullie nu teleurstellen vrees ik.
Ik bedoel hier minnares in de breedste zin van het woord;
geliefde, aanbidder, liefhebber, enthousiasteling, fan, vriendin…
Ik ben een groot fan van een groot aantal mensen (groot en klein) om me heen.
Wat ben ik dagelijks dankbaar voor de hoeveelheid liefde in mijn leven!
In de loop van de jaren is me écht duidelijk geworden dat, hoe meer liefde je geeft, hoe meer er terug komt. Liefde is er in overvloed, voor iedereen, voor mij niet per se gebonden aan één partner, maar aan een verscheidenheid aan mensen.
Liefde is wat mijn leven zo prachtig kleurt.
De monnik in mij, al lange tijd mijn metgezel. Hij (zij?) brengt me naar de mooiste kloosters om een paar dagen in te verblijven, brengt me regelmatig op zondagochtend in de Janskerk, brengt me wekelijks op de school voor praktische filosofie en spiritualiteit.
Om tot rust te komen, om te bezinnen en te filosoferen, om geïnspireerd te raken, om in contact te komen met dat wat werkelijk belangrijk is in het (mijn) leven.
De rebel, deze maakt mijn leven afwisselend en uitdagend, deze zorgt voor een flinke hoeveelheid humor, deze heeft Jezus als voorbeeld om vooral authentiek door het leven te gaan. Niets voor ‘waar’ aan te nemen, maar vooral te onderzoeken en te ervaren.
Maar ook anderen uit te dagen, soms zelfs een beetje te shockeren.
Deze rebelse Linda verlaat graag even de comfortzone, gaat graag grenzen over. De rebel maakt in mijn leven het toefje slagroom op het ijs.

Een beknopte omschrijving van wie ik (soms) ben, of probeer te zijn; liefdevol, wijs, authentiek.
En ik ben nog zoveel meer dan dat. En óók nog eens zo veranderlijk. Gewoon net zoals iedereen, ieder mens heeft zoveel (en vaak ook tegenstrijdige) eigenschappen in zich, die afhankelijk van de situatie naar buiten komen. Of welke je verkiest te voeden, en welke niet.
Ik hou er nooit zo van als mensen zeggen ‘zo ben ik nou eenmaal’. Je legt jezelf er enorm mee vast, je laat niks geen ruimte meer om te veranderen of om te ontdekken. Niks zo veranderlijk als de mens, dat is mens-zijn. Iedere dag mag je opnieuw keuzes maken, mag je opnieuw beginnen.
Dit doet me denken aan de (vrije) vertaling die ik (de monnik, of toch de rebel in mij..?) eens gemaakt heb van het Paasverhaal;

‘De kruisiging van Jezus
als symboliek voor al die momenten
dat ik mijzelf onderuit haal
de momenten waarop mijn leven een strijd is
en leven vol angst en verzet
Wanneer mijn angst het diepst is
is mijn kracht het grootst
om de steen te verplaatsen
die mij afhoudt van een leven
in Liefde met mijzelf
Ieder moment van kruisiging
is er de mogelijkheid tot wederopstanding
in Liefde.’

Iedere dag heb je weer de keuze wie en wat je wil zijn, hoe je je leven wilt kleuren…wat kies jij?

Columniste

Ken je dat?

Dan ben je ineens razend enthousiast over een idee, je voelt het hélemaal stromen in je lijf…
In je hoofd is het bedachte plan al tot uitvoer gebracht en is het resultaat ook nog eens verblúffend!
Tijdens mijn dagelijkse meditatie heb ik dat vaak, die geweldige ideëen. Eigenlijk zou ik zo’n 20 minuten geconcentreeerd moeten zijn op een verkregen mantra, maar die mantra laat zich dan vrijwillig naar de achtergrond duwen, om plaats te maken voor een geweldig idee. Zo ineens komt ook het idee verhalen te gaan schrijven op mijn (levens)reissite. De meest geweldige onderwerpen komen voorbij, sterke teksten, de humor en zelfspot er in, ja, vanuit die rust van de meditatie voel ik gewoon de energie van een bekend columniste zijn.

Het gekke, en ook jammere is alleen, dat ik dan nog vol enthousiasme en als waar columniste begin het plan ten uitvoer te brengen, maar naarmate de tijd vordert slinkt hetgeen wat nét nog zo groots en bijzonder voelde, tot de grootte van slechts de kleinste doperwt.
Het gevoel van vroeger, dat mijn oog groter was dan mijn maag als ik weer eens teveel opschepte, maar in dit geval dat mijn ego groter is dan mijn werkelijke kunnen, zoiets.
Grootheidswaanzin, of (faal)angst? Laten we het op het laatste houden, dat is maatschappelijk wat meer getolereerd.
Kritische stemmen die uit het niets opduiken, die me aan de tand voelen over mijn kunnen en me duidelijk laten voelen dat ik écht geen schrijver ben of zal worden, dat ik toch geen inspiratie zal vinden en het hele plan beter niet uit kan voeren om een fiasco, of teleurstelling bij de lezers te voorkomen. Duidelijk.

Als ik dus al begonnen ben aan een tekst, dan kom ik in het gezelschap van die kritische stemmen uiteraard in de ‘ik-weet-niet-of-het-goed-genoeg-is-episode’
(wat overigens nog niet zo erg is als de ‘ik-weet-niet-of-ik-goed-genoeg-ben-episode’, als deze verschijnt dan is het slim alvast tampons in te slaan, of wat slaap in te halen).

Toch, het kleine moment van ‘die grootheidswaanzin’, kan grootse en bijzondere gevolgen hebben, die momenten hebben me al ver gebracht in mijn leven.
Letterlijk ver zelfs, zo heb ik vanuit dat gevoel al tot 3 keer toe een verre reis geboekt, ik en mijn reisticket, verder niets.
Pas daarna bekruipt me de enorme angst en de gedachte ‘wat heb ik nou toch weer gedaan..?!!’. Dan zit de moed ineens niet meer in m’n hoofd, maar in m’n schoenen..
Toch, prachtige reizen zijn het geweest, bijzondere ervaringen, ik had ze niet willen missen.
Zo heb ik huizen gekocht, zo heb ik in bandjes gespeeld en soms zelfs opgetreden, zo ben ik ZZP’er geworden, en nog zoveel dingen meer.
Met die kritische stemmen kun je best leren samenwerken. Ik heb één zo’n stem ooit een naam gegeven, Bully. Als een buldozer raast die over m’n ideëen heen, walst ze simpelweg aan gort als ik even niet oplet.
Nou, vandaag besluit ik dat ik Bully maar weer lekker laat razen. Oordoppen in en gáán voor dat geweldige idee!”