De nieuwe donorwet doet nogal wat stof opwaaien..
Categorie: Columns
Jezelf ontstijgen
(Mijn bijdrage aan het themanummer ‘Jezelf ontstijgen’ van tijdschrift InZicht, nr. 02/2017).
‘Zij die alle stilte vrezen, hebben nooit hun hart gelezen’, dichtte Carel Adama van Scheltema zo’n honderd jaar geleden. Ik wilde mijn hart lezen en dus belandde ik in 2011 in het Vipassanacentrum voor een 10-daagse stiltemeditatie. Als onderdeel van de zoektocht naar, ja, naar wat nu eigenlijk. Naar thuiskomen? Inmiddels weet ik dat het zoeken nodig is om tot het besef te komen dat er niets te vinden is, dat ik überhaupt niets kan doen om thuis te komen, want ik ben nooit van huis geweest.
Wat me in het centrum in België nogal duidelijk werd, is dat lijden veroorzaakt wordt door twee dingen: verlangen (dingen willen die je niet hebt) en afkeer (van dingen af willen die je wel hebt). Dit uit zich in prettige of onprettige gewaarwordingen. Ik wilde daar duidelijk van mijn honger af. Ook van de pijn van het lange (stil)zitten. En ik verlangde regelmatig naar seks, als welkome afleiding van de intense saaiheid.
Verlangen en afkeer hebben een gemeenschappelijke deler, ze zijn vergankelijk. En dat ging ik zien toen ik mediteerde; de pijn, honger en kritische stemmen – die me vertelden dat ik mijn tijd daar verdeed, dat ik het niet goed deed, en dat ik het ook nooit zou leren – popten op als tijdelijke verschijningen.
Vipassana is de kunst gelijkmoedig en alert te zijn. Te observeren in plaats van te reageren. Wetende dat alles ontstaat en ook weer vergaat. Wellicht heb ik daar, in de langdurige stilte, contact leren maken de beschikbaarheid die ik ben, die onvergankelijk is en waar het hele leven in verschijnt.
Ook al is er geen ervaarder van de ervaring – want dat maakt alweer twee, terwijl nondualiteit verwijst naar ‘geen twee’ – we ervaren wel degelijk een ervaarder, een ‘ik’. Het vergt oefening om de focus te verschuiven van de ervaring naar de beschikbaarheid. Van de film naar het witte filmdoek. Steeds weer opnieuw. Meditatie kan hierin ondersteunen. Want als je even niet alert bent, zit je weer midden in de vernauwing van het ‘ik’ en leef je op de vierkante meter, terwijl je oneindigheid bent.
Het leven als kosmische grap?
Bertie,
van zero in Boer Zoekt Vrouw naar hero in Expeditie Robinson.
Watskeburt!?
Eigenlijk niet zo heel veel. Bertie is gewoon Bertie. Volkomen zichzelf.
Of dat nu met een stel vreemde, quasi verliefde vrouwen rond haar keukentafel is, of met mensen die zich BN’er voelen op een eiland.
Toen ik Bertie vroeg wat ze als doel voor ogen had toen ze mee ging doen met Robinson, was dat de ervaring om op een eiland te zijn met vrijwel niks, te ervaren hoe het is om te moeten overleven.
Bertie hoefde helemaal niet te winnen – ze heeft zich zelfs al gelijk weg laten stemmen – en ze staat potdorie gewoon in de finale! Is dat dan wellicht de sleutel tot geluk? ‘Gewoon’ te zijn met dat wat is? In tegenstelling tot wat er in de spirituele Happinez bewegingen wordt beweerd, want daar ben je druk doende met jouw overwinning of wensen te visualiseren, met de juiste intentie neer te zetten, moet er vooral een doel of (stappen)plan zijn, wellicht hebben een aantal deelnemers van Robinson een moodboard thuis bij elkaar zitten plakken, heeft iedere (winnende) gedachte kracht. Maar nee, Bertie doet daar niet aan, die ís gewoon.
Daar waar ik zo ongeveer twintig jaar lang heb ge- en onderzocht in het leven, naar God, naar mezelf, naar zingeving, heb gedoold in gefantaseerde vorige (en volgende) levens, heb gespeeld met mijn innerlijk kind, heb ge-rebirth, tien dagen mijn mond heb gehouden tijdens de Vipassana meditatie, half dood ben gegaan in zweethutten en ayahuasca-ceremonies, mijn familie vele malen heb opgesteld, meerdere moodboarden bij elkaar heb geplakt, mijn zonnevlecht uit de knoop heb laten trekken met Reiki, en weet ik wat niet nog allemaal meer heb uitgeprobeerd in het hele spirituele circus, daar was Bertie gewoon boer.
Toen we weer eens een avondje zaten te kletsen over het leven, ik vanalles over mijn filosofische theorieën en ontdekkingen ventileerde en zij daar met alle gemak in mee kon, toen vroeg ik haar: ‘Bertie, hoe kom jij toch zo wijs.’ Waarop zij me zei: ‘Tja, dan zit ik van die lange dagen op de tractor nogal saai ploegwerk te doen en dan denk ik na over het leven.’
Gewone boerennuchterheid en spirituele hoogdraverij hebben uiteindelijk tot dezelfde conclusie geleid; dat dit hele leven wellicht een soort van kosmische grap is, waarin wij onszelf wel heel erg belangrijk en invloedrijk maken als golfje in de immense oceaan dat leven heet. Omdat we niet kunnen zijn met de mogelijke zinloosheid en de totale kwetsbaarheid van het leven, verzinnen we de meest prachtige – en bovenal verzachtende – concepten rondom zin, nut en reden. We verzinnen een heel verhalencircus omdat dit moment, precies zoals het zich aandient, niet goed genoeg is of te pijnlijk voelt om mee te zijn.
Haar en mijn levensvisie vinden elkaar in dezelfde lijfspreuk; “Life is what happens when you’re busy making other plans.” Boer Bertie had nooit kunnen bedenken ooit mee te doen aan Expeditie Robinson, laat staan de finale te halen. Het leven is één grote verrassing. Je kan nog zoveel bidden, willen, plannen maken of doelen stellen, het leven doet gewoon zijn eigen ding en houdt geen rekening met wat jij daarin misschien wil of wenst, laat staan dat je daar invloed op hebt. Net zo min wij invloed hebben op regen, wind of zonneschijn.
Zijn met dat wat is, in dit moment. Bertie verstaat die kunst. En ja, dan wens je soms ook een dubbele dosis Prozac om dit moment door te komen.
Bertie en ik gaan binnenkort overigens wel een middagje werken aan een moodboard. Omdat knippen en plakken zo leuk is! Maar dan niet met oude Happinez tijdschriften hoor. Nee, met de Playboy. Heeft iemand nog wat liggen voor ons misschien?
Stilte
(Mijn bijdrage aan het themanummer ‘Stilte’ van tijdschrift InZicht, nr. 04/2016).
Jarenlang zat ik wekelijks op de School voor Praktische Filosofie en Spiritualiteit. Heerlijke avonden vond ik dat. We praatten en discussieerden over het leven, over filosofen en hun wijze uitspraken, en we werden aangezet tot onderzoek en meditatie.
Wat voor mij – achteraf gezien – het meest life-changing is geweest, was denk ik toch een iedere week terugkerende meditatieoefening, die ik thuis ook dagelijks deed. Hij ging als volgt:
‘Luister naar de geluiden in deze ruimte… Luister naar de geluiden buiten deze ruimte… Luister naar het meest verre geluid dat je hoort… Luister naar de stilte achter deze geluiden.’
En dan bleef het een half uur stil. Vooral die ‘stilte achter deze geluiden’, dat is toch briljant! Dan is er connectie met dát waar alles in verschijnt en ook weer verdwijnt. Waar ook de ‘personage Linda’ in verschijnt. Alleen begreep ik dat toen nog niet. De oefening was voor mij vooral gekoppeld aan ‘het doen van meditatie om meer rust in en met mezelf te vinden’, waarbij ik nog steeds ‘de doener’ was en een hoger – en bovenal gelukkiger – doel nastreefde. Ik probeerde een half uur lang die stilte te pakken en werd daarin duizend en één keer afgeleid. Het was daarnaast alleen gekoppeld aan mijn zintuig ‘horen’ en ik nam de stilte letterlijk.
Wellicht was deze oefening het zaadje in de grond, waar ik pas later van kon oogsten. Ineens was daar het inzicht. Deze stilte, het is er altijd en overal, zelfs in de grootste teringherrie. Want er moet al stilte zijn om geluiden te kunnen horen. Een gedachte of gevoel kan alleen verschijnen als er iets is om in te verschijnen.
Stilte, dat is wat ik wérkelijk ben. De blauwe lucht waaronder de wolken bewegen, de oceaan waarin ‘ik’ als golf verschijn.
Bam.
Sindsdien voel ik niet meer de behoefte om te mediteren. Waarbij ik niet uitsluit dat ik het niet weer eens ga doen. Maar dan zonder ‘doener’. Het is dan geen activiteit meer, maar dat wat simpelweg plaatsvindt in de dragende stilte, niet meer of minder verheven dan een biertje drinken in de kroeg.
Realiteit en illusie
Mijn bijdrage in het septembernummer van tijdschrift InZicht.
Het thema van dit nummer is ‘InZicht over realiteit en illusie’.
Klik op onderstaande link om het PDF-bestand te openen.
Van uitstrijkje naar filosofie
‘Ervaar het geluk van het “zo maar zijn”, wereldwijs en onbezorgd, stevig als een boom en licht als een blaadje’.
Deze tekst sprak me zo’n 5 jaar geleden aan in de folder, die ik in het rek zag staan bij de huisarts. En door mijn o zo pijnlijke uitstrijkje destijds zit ik sindsdien iedere maandagavond op de School voor Praktische Filosofie en Spiritualiteit. Daar filosoferen we met jong en oud over ‘datgene in het leven waar het werkelijk om gaat’. Een inspirerende zoektocht naar inzicht en zelfkennis.
Er wordt geen geloof of religie aangehangen, wat perfect past in mijn nogal vrije geest, welke wars is van dogma’s.
Jezus, Boeddha, Krishna, Sri Shantananda Sarasvati, Socrates, Plato, Shakespeare; ze komen allemaal voorbij. Wat een interessante, inspirerende en wijze mannen!
Al vraag ik me inééns af waar de interessante, inspirerende en wijze vrouwen zijn gebleven?! Even mijn inmiddels dikke filosofische map met hand-outs doorbladeren…alleen maar mannen. Zucht. Dit haalt mijn 5-jarig enthousiasme even omlaag. Komende maandagavond maar eens informeren of ik nog wijze vrouwen kan verwachten de komende jaren dat ik er mogelijkerwijs vertoef.
Wekelijks krijgen we een opdracht mee naar huis. Opdrachten met als doel een beter mens te worden. Zoiets als ‘wat zou een wijze man of vrouw doen in deze (lastige) situatie’. Deze staat op nummer 1 in mijn oefeningenlijstje. Of ‘zie de persoon vóór je, als voor de eerste keer’. En die heb ik al vaak, maar tot nog toe zonder heel veel succes, beoefend. Probeer het maar eens bij iemand bij wie je vol zit met oordelen, iemand die je al binnen een seconde weet leeg te zuigen. Ik bedenk me de oefening en vrijwel onmiddellijk daarna zie ik wat voor een loser die persoon toch wederom is. Opdracht wederom mislukt. Maar ik blijf oefenen, écht.
‘Dat wat voor je is, is je leermeester’, ook zo’n leuke. Ik snap echt wel dat je overal wat van kan leren, ook al is ‘dat wat voor je is’ nog zo vervelend, pijnlijk of irritant. Ik denk gelijk terug aan die keer dat ik me voorstel aan mijn patiënt voor wie ik die avond ga zorgen. Mijn collega waarschuwt al dat ze in de war is. Geen probleem. ‘Dag mevrouw, ik ben Linda de Roos en ik zorg vanavond voor u’, waarop mevrouw gelijk antwoord ‘écht niet’. ‘Nou mevrouw, toch echt wel,…’ en voor ik mijn zin af kan maken gilt mevrouw door de kamer (met intercom aan naar de gang, heel gênant) ‘kútwijijijfff…..’ en heb ik ook haar harde vlakke hand met een klap tegen mijn wang. Van schrik moet ik lachen, wat mevrouw uitnodigt om er nog wat vloekwoorden achteraan te gooien. Of ik heb haar in een vorig leven ook een keer wat aangedaan, of ik mag nu geduld en mededogen oefenen. Dat laatste heb ik gedaan, waardoor mijn collega’s en ik vervolgens de hele avond ‘Ademnood’ van Linda, Roos en Jessica door de intercom over de IC horen galmen. Hoe vals ook, zingen is zoveel leuker dan vloeken.
Voor deze week hebben we een kleine hersenkraker mee naar huis gekregen. Althans, dat vind ik. Wat maakt dat je van iemand houdt als je alles wat die persoon tot een zo leuk persoon maakt, weglaat. In eerste instantie denk ik dat ik iemand leuk vind omdat zij zo spiritueel en inspirerend is voor mij. Of vind ik haar leuk omdat ik zo met haar kan lachen dat ik er bijna van in mijn broek plas. Is het de goedkeuring en de bevestiging van die ander die mij zo goed doet voelen. Vaak zijn de mensen van wie je houdt je zo dierbaar omdat je een gemeenschappelijke deler hebt, is er iets in die vriend/vriendin wat je raakt, inspireert, of energie geeft. Misschien soms zelfs voor eigen gewin? Maar wat als de gemeenschappelijke deler wegvalt. Als al het andere er even niet is? Al filosoferend snap ik ineens waar mijn docente heen wil. Het onderscheid tussen alles wat vergankelijk en dus voorbijgaand is, en het onvergankelijke, ofwel het eeuwige. Dan is de liefde de zielevonk die opspringt in het kontakt, de momenten waarin je samen één bent door zelf in eenheid te verkeren. Dan maakt het geen zak meer uit of zij die eigenschap heeft die jij zo enorm leuk vindt, of niet.
En weer is er het bewijs dat een pijnlijk moment in het leven altijd een kado in zich draagt. Filosofie is een groot kado in mijn leven. Dankzij mijn o zo pijnlijke uitstrijkje.
Namasté!
(de ziel in mij groet de ziel in jou)
Brief aan god
Lieve God,
U kent me vast nog wel. Bijna 40 jaar geleden is mijn naam in Uw handpalm gegrift, weet U nog? Ik spreek U wel vaker aan in mijn meditaties en gebeden. Al ben ik er niet altijd zeker van of U me hoort, omdat zo velen over heel de wereld dat doen, op wellicht hetzelfde moment als ik. Wat moet dat soms een enorme kakofonie voor U zijn?
Ik zit al een tijdje met een aantal vragen, daarom nu deze brief aan U.
Lieve God, als eerste, vind U dat ik weer een donorcodicil moet nemen? Of is het juist goed deze niet te hebben? Ik begrijp gewoon niet zo goed waarom die organen van de ene naar de andere mens verhuisd worden. Hebt U dit echt zo bedoeld, of kunnen we gewoon niet accepteren dat een mensenleven eindig is, voor de één veel eerder dan voor de ander? Want lieve God, heel veel mensen weten ook niet dat je na het krijgen van een nieuw hart of longen dagelijks een enorme bak aan kankerverwekkende pillen moet slikken. Dat je daarna alsnog dood gaat aan kanker, inclusief lijdensweg. Dat je de eerste dagen na een longtransplantatie het sputum ophoest wat nog toebehoort aan de vorige eigenaar van de longen. Of dat je als principieel vegetariër na dat 2e hands hart verslaafd raakt aan de kipnuggets van de Mc Donalds, omdat de 1e eigenaar dat ook was. Ben ik nu egoïstisch, of juist wijs, dat ik geen donorcodicil heb lieve God, en dus niet mee doe aan dit uitwisselingsproject?
Dan zit ik met het volgende; waarom hebt U eigenlijk mobieltjes laten uitvinden? Die telefoon met draaischijf was toch ook hartstikke leuk? En die hield je tenminste in het hier en nu, letterlijk door de draad. Want lieve God, ik hoor maar steeds hoe belangrijk het is om in het hier-en-nu te zijn. Maar hoe doe je dat, als je al dansend op de dansvloer staat te sms’en? Of op het terras of in de trein grotendeels op je mobiel zit te staren, in plaats van om je heen? Je daardoor prachtige momenten en mensen mist? Zou dat misschien de populariteit van datingsites verklaren lieve God, omdat iedereen met zijn mobieltje uitgaat en geen oog meer heeft voor de mensen om zich heen? Dat er daarom zoveel singles zijn, omdat velen een relatie hebben met hun mobiel? Feitelijk gezien is het dan wel weer beter een mobiel in te zetten om je leegtes mee op te vullen, dan een partner.
En áls ze dan al een partner hebben, dan gaat er meer tijd en aanraking naar de mobiel dan naar de partner. Ik denk zelfs dat velen langer zonder hun partner kunnen dan zonder hun mobiel, dat is toch wel een beetje raar lieve God? Ik zie ook heus wel het nut van een mobiel, maar dat zie ik ook van mijn afwasmachine en mijn 3-in-1 printer. En die gaan toch ook echt niet overal mee naar toe.
Dan tot slot lieve God, zing ik al bijna 40 jaar ‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde’. Hoelang denkt U dat U nog nodig hebt om de boel te vernieuwen? Ik wacht er al best een tijd op, en onze ouders nog langer. Onze grootouders hebben de hoop denk ik al bijna opgegeven dat het nog gaat gebeuren. Hebt U misschien ook 21 december 2012 in gedachten, net als de Maya’s? Dan schiet het op! Ik heb die dag al vrijgehouden in mijn agenda. U bent van harte welkom om er bij mij thuis een borrel op te drinken die dag. Hebt U nog mensen nodig voor het ‘nieuwe hemel en aarde comité’, om dat grote gebeuren mee voor te bereiden? Dan houd ik mij van harte aanbevolen. Misschien kunnen we dan onder andere afspreken dat we 21 december massaal onze mobieltjes uitzetten? Anders zouden we die enorme ommekeer nog kunnen missen!
Dag lieve God, ik verheug me op Uw antwoord. Staat mijn adres eigenlijk ook in Uw handpalm?
Op reis!
Ja, en dan is het bijna zover… nog een paar nachtjes slapen en ik ga weer op reis!
En ik heb mezelf verwend. Ik ga dit keer naar een plaats die goddelijk is. Tenminste, dat denk (hoop?) ik. Met mijn blote voeten slenterend over de hagelwitte stranden, juttend naar datgene wat mijn aandacht trekt. Vanuit mijn hangmat eindeloos uitkijkend over de blauwe zee, die ritmisch danst op de wind. In stilte genieten van alle prachtige kleuren, geluiden, en mensen. Op de motor door het prachtige uitgestrekte landschap en de onontgonnen gebieden. In het vroege ochtendgloren de zon op zien komen, die vervolgens die dag weer met me mee zal reizen. Gewoonweg genieten van dat wat is, al mijn zintuigen laten spelen als een kind in een te grote speeltuin.
Ik reis weer alleen. Reisgenoten passeren altijd als vanzelf.
Al jaloers aan het worden, en nieuwsgierig naar mijn reisbestemming?
Nee, geen India, Nepal of Laos. Überhaupt geen Azië dit keer. Ik zoek het eens wat dichter bij huis, gewoon Europa. België, om precies te zijn, naar Dilsen-Stokkem.
En nee, daar is geen strand inderdaad. Ook geen onontgonnen gebied waar ik heerlijk op een knetterende motor doorheen kan. Oké, ik heb misschien een klein beetje overdreven…
Maar na 10 dagen Vipassana-meditatie voelt de lotushouding met enige verbeelding een beetje aan als een hangmat misschien. 10 dagen lang sta ik fors eerder op dan de zon, om vervolgens de hele dag op reis te mogen in mijn eigen binnenwereld. Mijn reisgenoten zijn de vele innerlijke stemmen die me wellicht te pas en te onpas zullen vergezellen. Mijn Vipassana-reisgenoten mogen niet tegen me praten, en omgekeerd. Koetjes en kalfjes zal ik niet tegenkomen in België. In plaats van de ogen naar buiten gaan ze deze reis naar binnen. Misschien is mijn binnenwereld écht veel mooier dan dat ik ooit heb durven dromen.
Kaarten verstuur ik vanuit mijn hart. Er mag namelijk geen pen en papier mee. Nog geen mp3, boek, telefoon of iets lekkers mag er mee. Alleen voldoende schone onderbroeken. En lef. Dit laatste staat nergens vermeld overigens, maar dat schat ik zelf zo in.
Velen zullen me voor gek verklaren. En ja, misschien word ik zo gek als een deur. Want wanneer hou je nou 10 dagen lang je mond, zittend op een kussen?! Kunnen jullie me straks bezoeken in een psychiatrisch ziekenhuis, als ik me teveel heb ingelaten met al mijn kritische en angstige reisgenoten. Kom vooral langs zou ik zeggen. Ik hou van chocolade, dus schroom niet om dat mee te nemen. En boeken, wijze boeken. En liefde. En neem me dan tijdens mijn eerste verlof vooral mee voor een ‘normaal’ uitje.
Winterblues
Winterblues
De winter heerst momenteel over Nederland, en dat terwijl het nog herfst is. Sneeuwvlokken breien een wit sprei over de aarde. Sleetjes en sneeuwpoppen versieren het straatbeeld. Winterpenen, voor zowel neuzen als hutspotten, zijn niet aan te slepen. En in Friesland is er nog maar één gedachte: de Elfstedentocht. Maar vorst en sneeuw samen geven enorme rotzooi op het water, dus die Friezen kunnen voorlopig nog even oefenen met klunen.
De winter, ik hou ervan. Kacheltje flink omhoog en pantoffels plus drie paar sokken aan, want mijn oude huisje kent vele tochtgaatjes. Kaarsjes die mijn huis en hart verlichten.
En toch, winter in combinatie met de maand december geeft ook onrust. Zeker als je single bent. Het sinterklaasfeest kun je nog prima aan je voorbij laten gaan. Ofwel, gewoon enorm genieten van (chocolade)kruidnoten, schuimpjes en chocolade letters, ook om wat lijfelijke winterbanden aan te leggen. Maar aan wie bied je jezelf dit jaar weer aan met de kerstdagen? Of wat te doen met Oud en nieuw? Gewoon maar vroeg met je kop onder het dekbed zodat je die knallers, ontploffende champagneflessen en gezelligheid op straat niet hoort? Het is toch te bizar voor woorden dat het iedere dag van het jaar prima zou zijn om alleen in huis te vertoeven, maar dat uitgerekend met kerst en oud en nieuw de eenzaamheid je enorm strak omhelst?
Een vriendin van me, single, vroeg zich af of we de maand december niet gewoon kunnen schrappen uit de jaarkalender. Een sterk idee van haar. Het zou ook echt een heel aantal 1-persoons zelfmoordaanslagen schelen bij mij op de IC (lees: jezelf naar beneden laten vallen van 10 hoog, of met grote snelheid bewust een boom raken). Of er met het vallen van de bladeren ook de zekering in je hoofd uiteenspat, die de stroom voorziet naar gedachten aan weer betere en blije momenten in de toekomst.
Single zijn in de decembermaand. Dat moeten er zo’n 2,2 miljoen zijn volgens de statistieken. Dan moet het toch mogelijk zijn elkaar deze maand door te helpen? Een soort van lotgenotengevoel te creëren? Is het dan misschien een idee dat we als singles (lees ook alleenstaanden) elkaar deze maand een kaartje sturen? Kaartjes die buiten de ‘onpersoonlijke doch goed bedoelde kerstkaartjes met alleen een naam erop’ vallen. Zo’n geschreven kaartje op de deurmat is toch hartstikke leuk, het geeft even een hart onder de riem. Doen?!
Nu is het alleen nog even de vraag wat te doen met de eenzamen die in een relatie zitten. Misschien moeten die gewoon hun partner weer eens een lief kaartje of een liefdesbrief sturen, zoals ze ooit vast ook gedaan hebben.
Goh, ik ben benieuwd. Een verrassende decembermaand gewenst!
40 dagen zonder..
Zonder alles eigenlijk, dus ook zonder seks ja.
40 dagen zonder kicks, pimps en andere opvulling van leegte.
Geïnspireerd door Tijn Touber, die het boek (Spoed)cursus Verlichting heeft geschreven. Daarin beschrijft hij onder andere hoe hij dit een maand heeft gedaan. Klein verschil is dat zijn maand uitgelopen is tot 14 jaar. Wees gerust, ik heb het echt bij die 40 dagen gehouden.
Een vastentijd, een tijd van bezinning, van naar binnen keren. Me bewust worden van hoe ik leegtes vul en wegloop voor pijnlijke gevoelens. Ik ben nieuwsgierig naar hoe goed ik nu echt met mezelf kan zijn, als ik niet opvul of afleid. Hoe leuk vind ik mezelf eigenlijk? Als ik het stiekem soms saai, ongezellig en niet leuk vind alleen, in hoeverre vind ik mezelf dan eigenlijk ook saai, ongezellig en niet leuk..?
Ben ik in staat om gewoon te zíjn, zonder iets te doen? En dat valt niet mee in een maatschappij waarin human beings human doings geworden zijn..
Eigenlijk zijn we met zo velen vluchteling in eigen leven, en asielzoekers in andermans leven wegens grote onveiligheid bij onszelf. In dit kader zou Geert Wilders een fantastische guru zijn, wanneer hij spreekt over buitenlandse parasieten die terug moeten naar eigen land (terug naar eigen leven dan in dit geval). En ja, dat levert dan weerstand op, en angst, net als in de politiek.
Op de eerste dag van deze 40 dagen verschijnt de volgende tekst op mijn WC-kalender met Boeddhistische wijsheden; ‘naar buiten gericht ontwikkelt de blik het denken, naar binnen gericht het inzicht.’ De reis naar binnen (ofwel terug naar huis?) is begonnen!
De netto winst is kort samengevat een goddelijk lichaam en een goddelijke geest, als je even geen chocola, andere foute suikers, alcohol, koffie, cola, internet (nou ja, zo min mogelijk en puur functioneel), TV/DVD, minimale sms, onnodige aankopen, seks en alles wat er naar neigt, nuttigt. En daarnaast veel in stilte vertoeft (geen radio aan, of soms een beetje klassiek of van die kabbelende beekjes en fluitende vogeltjes muziek) en de afspraak met mezelf twee keer per dag twintig minuten te mediteren.
Mezelf eens flink onder ogen gekomen (aaaaiii…), misschien wel voor het eerst eens écht. Geen uitvluchten meer, geen afleidingen. Een mooie, fascinerende weg, maar niet een gemakkelijke (je bent gewaarschuwd, mocht ik je misschien toch enthousiast maken!).
Ik heb regelmatig een kopje kruidenthee gedronken met mijn eenzaamheid en mijn leegte. De vele variaties aan pijn die ik als kind heb ervaren komen allemaal langs. Ik ben echt voor ze gaan zitten. Moeilijk om met deze gevoelens te zijn, deze recht in de ogen aan te kijken zonder bang te worden of vol te lopen met tranen (als het nou toch eens echt een slang is..? Maar nee, steeds bleek het weer om een touw te gaan). Ze willen gehoord worden, en gezien. En zolang ik ze geen aandacht geef of ervoor wegloop, blijven ze jengelen. Net als kinderen, als je even écht tijd en aandacht voor ze maakt, dan worden ze rustig (nou ja, meestal dan). Je rent toch ook niet weg wanneer je kind huilt. Die pak je op, neem je in je armen, die bied je veiligheid en troost.
Zijn met wat is, gewoon zíjn, simpeler kan het eigenlijk gewoon niet. En toch is dat misschien wel het moeilijkste wat er is.
Wat kun je dan vastzitten in je eigen verhaal en overtuigingen. Dat doet me denken aan die fotoviewers die we vroeger hadden, ken je die nog? Steeds dezelfde plaatjes bekeek je ermee. En ik besef dat die plaatjes hoognodig toe zijn aan vervanging.
Mocht je al ontmoedigd raken door bovenstaande, dan komt nu het enorm leuke: waar ik anders enorm veel tijd tekort kwam, heb ik nu ineens zeeën van tijd over (en geld ook trouwens, maar dit terzijde), wat een zaligheid! Ik ervaar een kompleet andere invulling van tijd dan wat ik tot voor kort gewend was. Zodra ik was opgestaan werd de computer al opgestart. Vanalles moest er dan gecheckt worden, mijn mail, hyves, facebook, wie is er vrienden geworden met wie, ‘goh, kent zij haar ook? Wat is de wereld toch klein’, wat doet iedereen vandaag en heb ik zelf nog wat te melden op die sites dat mensen vooral weten dat ik een leuk leven heb?, nog even chatten en en zo was ik soms zomaar 2 uur verder. Nog steeds niet gedoucht, pyjama nog aan, sportkleding die klaarlag, maar god, het was eigenlijk ook alweer te laat om te gaan, er moest ook nog gewerkt worden.. Menigmaal schoot mediteren, schoonmaken en het piano oefenen erbij in, écht geen tijd voor gehad. Ammehoela dus.
Internet is dus vanaf dag één niet meer opgestart ’s ochtends. Opstaan, ontbijten, douchen, mediteren, pianospelen, sporten en dan nog steeds een zee van tijd over. Lopend naar de winkel in plaats van op de fiets, en dan ontdek ik ineens een bramenstruik met rijpe bramen om de hoek van de straat die ik nog nooit eerder heb gezien.
En al lopend denk ik aan het hoofdstuk uit het boek ‘De Kleine Prins’:
‘Goedendag’, zei de kleine prins. ‘Goedendag’, zei de koopman. Hij verkocht uitstekende dorstlessende pillen. Men slikt ze eens in de week en voelt nooit meer de behoefte om te drinken. ‘Waarom verkoop je die?’, vroeg het prinsje. ‘Het is een goede tijdbesparing’, zei de koopman. De geleerden hebben het uitgerekend. Je bespaart drieënvijftig minuten in de week. ‘En wat doe je dan met die drieënvijftig minuten?’. ‘Daar doe je mee wat je wilt..’. ‘Als ik drieënvijftig minuten over had’, dacht het prinsje bij zichzelf, ‘dan liep ik heel rustig naar een bron..’
Folders gaan gelijk in de vuilnisbak, ik zou eens iets écht nodig kunnen hebben. De stad is even een no-go-area. Ik heb weer tijd voor geschreven brieven en kaarten, in plaats van getypt via de mail. Ik moet mijn maximum van een half uur internet per dag natuurlijk goed benutten. Ik geniet van het schrijven, wat heb ik eigenlijk een leuk handschrift! En met veel meer aandacht ben ik zo met die ander bezig, dan wanneer ik een mailtje afraffel.
Geen koekje bij de koffie (saai!), geen chocola als ik moe ben of ongesteld moet worden (kan geen rijstecrackers meer zien). Van de heerlijke koffiegeur ga ik zo ongeveer kwijlen.
Gaypride zonder alcohol, ook een wat andere ervaring. Ja, het is discutabel of een Gaypride past in zo’n 40 dagen project. Maar goed, om het goed te praten bedacht ik me dat ik als Boeddha op de berg zou kunnen blijven zitten, maar dat het uiteindelijk toch gaat om mijn dagelijkse leven en alle prikkels en verleidingen daarin. En tuurlijk, dan loop ik op de Gaypride de mooiste vrouw tegen het lijf, ‘love is in the air’, op het punt van zoenen staan, ideeën over een romantische nacht hebben samen, en toch onverrichte zaken weer naar huis gaan.
Niet ieder verlangen hoeft als een dolle stier achterna gerend en bevredigd te worden, ik voel nieuwsgierigheid naar de onrust die het geeft om eens níet tot actie over te gaan (van welke aard die actie dan ook is die ik in mijn hoofd heb gehaald). Jajaja, en tegelijkertijd sla ik me op dat moment van de Gaypride natuurlijk tegen mijn kop van zo’n 40-dagen-project!
Tjonge, wat heb ik ook een hoop meer energie. Ik slaap veel beter, en als ik al wakker lig dan is dat omdat ik echt geen slaap heb en vol zit met ideeën. Zo rolt menig gedicht eruit (mijn ego maakt een sprongetje nu, misschien komt er toch nog eens een gedichtenbundel van mij op de markt..?).
Zo heb ik een paar domeinnamen geregistreerd voor mijn toekomstige praktijk.
Ondertussen besef ik me waar ik allemaal zo moe van word.. al die zinloze prikkels die ik tot me neem door o.a. internet en TV. Door allerlei andere opvullingen die niet voedend zijn of uiteindelijk nergens toe leiden, behalve tot verder van mezelf wegraken. Vluchteling in eigen leven..
Mijn dagelijkse (aandacht)meditatie heeft me enorm geïnspireerd. Ik word steeds meer de toeschouwer van mijn eigen interne soap, in plaats van medespeler, verwikkeld in allerlei dramatische scènes.
Ik ben ook geïnspireerd door de mooie gesprekken die deze tijd me hebben opgeleverd, met vrienden, collega’s en (on)bekenden. De herkenning. De onrust en vluchtigheid van de maatschappij waarin een ieder zich voelt meegezogen. Geleefd worden, in plaats van te leven. Zelf aan het stuur willen zitten, in plaats van willoos op de achterbank rondgereden te worden. Slaaf te zijn van al je verlangens en begeerten, en je angsten en onzekerheden.
Als afsluiting van deze innerlijke reis vertrek ik voor de laatste vier dagen naar klooster Lilbosch in Limburg. Een mooie afsluiting. Broeder Johan Baptist, die me nog herkent van eerdere verblijven, komt me zwaaiend met de armen in de lucht vanuit het veld tegemoet lopen. Broeder Johannes, de gastenbroeder, die ik altijd een klein beetje loop te plagen, en die mijn hart dan opent met zijn gulle schaterlach. De vele varkens, behorend bij het klooster, ravotten nog steeds in de drek, een prachtig schouwspel. Al wandelend in de natuur eten van bramen, vlierbessen, en ineens die wijnrank met druiven ontdekken. Dat is geluk hebben.
De eenvoud van het kloosterleven, less is more, dat weten de kloosterlingen als geen ander. Ik heb er de afgelopen 40 dagen ook van geproefd en ik besef: less is inderdaad more.
Mijn ego vindt het overigens maar een stom project. Een mislukt project ook. Want ik heb toch een keer een beetje chocoladepasta op mijn boterham gedaan.. en toch ook af en toe Snelle Jelle’s gegeten als ik duizelig werd van te weinig suiker. Ik heb soms toch ook ge-sms’t terwijl dit niet echt nodig was.
En daarbij, ik voel me nog steeds soms eenzaam of verdrietig of boos, terwijl het toch een oase van rust in me zou moeten zijn na zo’n periode? Een mislukte actie dus, vooral overnieuw beginnen. En dan beter mijn best doen.
Ik laat dat ego maar weer razen, beseffende dat geluk niet een immer durend gevoel is. Net zoals pijn of angst geen immer durend gevoel is. Alles komt en gaat. ‘Goede tijden, slechte tijden’ duurt uiteindelijk dagelijks ook maar een half uurtje.
Waar het om gaat is het gouden randje om de dag. En iedere dag heeft zo’n gouden randje (vaak zelfs meer dan één!), ook al is je dag voor je gevoel nog zo saai of leeg, let maar op.
Wat was die van jou vandaag?